Wanneer is er sprake van een afvalstof?
Wat is de definitie van waterige / vloeibare afvalstoffen?
Wat is het probleem bij de toetsing van de olieconcentratie?
PCB's gedefinieerd als in Richtlijn 96/59/EG. Wat betekent dat?

Wanneer is er sprake van een afvalstof?
Het voorkomen van een stof op de Europese afvalstoffenlijst betekent nog niet dat deze als afvalstof moet worden beschouwd. Een stof is volgens de Wet milieubeheer namelijk pas een afvalstof wanneer de houder zich daarvan ontdoet, voornemens is zich daarvan te ontdoen of zich daarvan moet ontdoen.

Wat is de definitie van waterige / vloeibare afvalstoffen?
Volgens SenterNovem bestaat er geen definitie van 'waterige vloeibare afvalstoffen', deze omschrijving zou namelijk voor zich moet spreken. Een 'waterige afvalstof' daarentegen wordt omschreven als een afvalstof die meer dan 50% water bevat.

Wat is het probleem bij de toetsing van de olieconcentratie?
In bijlage III van de Richtlijn gevaarlijke afvalstoffen zijn een aantal olieachtige verbindingen nader beschreven en daarbij zijn de van toepassing zijnde gevaareigenschappen gedefinieerd. Enkele voorbeelden hiervan - die ook staan genoemd in de Handreiking Eural - zijn:

StofGevaar-
eigenschap
Gewichts-
percentage
Opmerking
Olie (mineraal)R45 (H7)0,1Lichte olie, vluchtige organische
Vnl. samengesteld uit C9-C10 koolwaterstoffen(H7 afhankelijk van benzeengehalte > 0,1 %)
DieselR40 (H7)1,0Gasolie, niet gespecificeerd .
Overwegend C9 tot en met C20 koolwaterstoffen(H7 afhankelijk van raffinageproces)
StookolieR45 (H7)0,1Stookolie, zware, hoog zwavelgehalte .
Overwegend groter dan C25 koolwaterstoffen


Echter uit het resultaat van de milieutechnische analyses kan niet direct worden bepaald of het om een dergelijke oliesoort gaat of dat er nog andere stoffen een rol spelen. Met de standaard oliebepaling (GC-FID) wordt namelijk het totaal van verbindingen bepaald tussen de kookpunten van n-C10 tot n-C40, die met een apolair oplosmiddel extraheerbaar zijn, gaschromatografeerbaar zijn en verbranden in een waterstofvlam. Maar het blijkt dat ook andere verbindingen van natuurlijke herkomst onder genoemde omstandigheden meebepaald worden. Verbindingen zoals organisch materiaal in bodemmonsters bestaan vooral uit C30 C35 koolwaterstoffen die daardoor een valse bijdrage leveren aan de gemeten olieconcentratie met als mogelijke (onjuiste) conclusie dat het om gevaarlijk afval zou gaan. In laboratoria wordt vaak een clean-up van het te analyseren monster uitgevoerd waarbij het grootste gedeelte van de verbindingen van natuurlijke herkomst worden verwijderd met florisil. Echter in bodemsoorten en afvalstoffen met een hoog organisch stof gehalte zijn er zoveel verbindingen van natuurlijke herkomst dat enkelvoudige clean-up ontoereikend is en het resultaat dus nog steeds wordt be nvloedt. Andere stoffen die een valse bijdrage leveren aan het gemeten oliegehalte zijn polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK s) die een uitslag vertonen in het gebied van C25 - C30 koolwaterstoffen

PCB's gedefinieerd als in Richtlijn 96/59/EG. Wat betekent dat?
In de genoemde richtlijn zijn PCB's gedefinieerd als:

- polychloorbifenylen,
- polychloorterfenylen,
- monomethyltetrachloordifenylmethaan, monomethyldichloordifenylmethaan, monomethyldibroomdifenylmethaan
- alle mengsels waarvan het totale gehalte aan bovenstaande stoffen groter is dan 0,005 gewichtsprocenten

Dit houdt in afvalstoffen waarvan de totale PCB-concentratie groter is dan 50 mg/kg als gevaarlijk moeten worden beschouwd.
Deze waarde geldt voor alle PCB s in de lijst.